22 januari 2025Gezamenlijk project voor de aanpak van verwaarloosde tuinen
‘Tuinieren is eigenlijk best leuk!’
Elke keer als Tessel naar haar overwoekerde achtertuin keek, baalde ze: “De bramenstruiken kwamen bijna tot de keukendeur, ik kon nog amper buiten zitten. Ik wílde er wel iets aan doen, maar ik had geen idee waar ik moest beginnen”, verzucht ze. Ook in de tuin van Thorwald had de natuur het van de mens gewonnen. Dankzij het project Aanpak Verwaarloosde Tuinen kregen ze weer grip op het groen. “Tuineren is eigenlijk best leuk!”
Thorwald en Tessel zijn beslist niet de enige bewoners voor wie het bijhouden van de tuin een uitdaging is. Bij Tessel was het probleem haar onervarenheid. “Ik woonde voor het eerst op mezelf, ik had mijn handen vol aan het huishouden. De tuin was al behoorlijk verwilderd toen ik hier kwam wonen, maar ik dacht: dat zie ik later wel. En toen het later was, wist ik niet meer waar ik moest beginnen. Ik vond het niet fijn meer om buiten te zijn en schaamde me een beetje voor de buren, want de bramenstruik groeide ook naar hen toe. Heel vervelend.”
Om huurders zoals Tessel en Thorwald te helpen, startte Zayaz samen met BrabantWonen, Farent en Transfarmers het project Aanpak Verwaarloosde Tuinen. Samen zorgen zij ervoor dat bewoners met overwoekerde tuinen een nieuwe start kunnen maken, zodat het mooi groen blijft in de wijk en overlast kan worden voorkomen.
Aan de bel trekken
Opbouwwerker Per Jansen van Farent trekt letterlijk bij bewoners aan de bel als hun tuin wel wat aandacht kan gebruiken. “Als ook het looppad naar de voordeur begroeid is, weet je dat mensen er zelf niet meer uit komen”, vertelt hij. “In zo’n geval ga ik even langs, om te vragen hoe het gaat. Soms blijkt dat mensen om gezondheidsredenen hun tuin niet meer bijhouden, of er zijn andere problemen die hun aandacht opeisen. Als ze willen, kan ik ook daarin meezoeken naar oplossingen. Meestal zijn ze blij met dat aanbod.”
Tessel klopte zelf aan bij Zayaz om te vragen of ze hulp kon krijgen bij haar tuin. “De wijkbeheerder zag ook wel in dat ik dit niet in mijn eentje kon oplossen. Zij meldde me aan bij Transfarmers.” Thorwald kwam via BrabantWonen en Farent met Transfarmers in contact. “Ik was meteen enthousiast”, vertelt hij. “Aangeboden hulp moet je waarderen, dacht ik. Ik had al heel lang plannen voor mijn tuin, maar het lukte mij zelf niet om eraan te beginnen. Vooral bij het zware werk kon ik de hulp goed gebruiken.”
Onkruid
De Bossche stichting Transfarmers heeft inmiddels al zo’n 25 verwaarloosde tuinen opgeknapt; Sophie Gruijters is een van de Bosschenaren die zich daarvoor inzet. Zij ging op bezoek bij Tessel en Thorwald om samen met hen een plan te maken voor de tuin, ook regelde ze dat de vrijwillige buurthoveniers van Transfarmers kwamen helpen. “Vaak zeggen mensen: bestraat alles maar, dan ben ik overal vanaf. Maar bestrating is juist heel veel werk, want er groeit altijd onkruid tussen. Als je planten dicht tegen elkaar zet, groeit het snel dicht en dan heb je nauwelijks nog last van onkruid. Bovendien kan het regenwater beter weg in een groene tuin en is het is koeler in de zomer. Door ook een houtril of composthoop aan te leggen, heb je meteen een plek voor je snoeiafval én je trekt er vogels mee naar je tuin. De meeste mensen vinden dat leuk.”
Albert van der Most is coördinator bij Transfarmers; hij was tevens degene die Tessel van haar bramen verloste. Ook hielp hij met het zetten van nieuwe plantjes. “We maken altijd een plan dat bij de bewoner past; die moet er blij van worden en het onderhoud moet te doen zijn. Planten als bramen, zevenblad of bamboe woekeren verschrikkelijk, dus die halen we grondig weg”, vertelt hij. “Daarvoor in de plaats zetten we planten die weinig onderhoud vergen, zoals grassen. Die halen we bijvoorbeeld uit De Planten Logeertuin die we bij De Graafse Akker hebben aangelegd. Wie planten over heeft, kan ze daar naartoe brengen, zodat wij ze weer kunnen gebruiken voor andere tuinen.”
Structurele oplossing
Tessel vond het tuinruimen leuker dan ze dacht. “We ontdekten dat er rozenstruiken in mijn tuin stonden en er kwam zelfs een terrasje tevoorschijn. Nu ik het weer kan overzien, vind ik het helemaal niet erg om in de tuin te werken. Ik vind het zelfs best leuk om onkruid tussen de tegels uit te halen.” Ook Thorwald gaat zelf aan de slag met het onderhoud. Hij kijkt uit naar de zomer. Dan kan hij echt weer van zijn tuin genieten. “Ik ben heel tevreden met de hulp. De tuin is nu netjes. En ik ga proberen om dat zo te houden.” Toch staan Tessel en Thorwald er ook na de opknapbeurt niet alleen voor. “We gaan altijd voor een structurele oplossing”, vertelt opbouwwerker Per van Farent. “Daarom bekijken we of er voor het onderhoud hulp is in de omgeving, zoals een buurman of een vrijwillige tuindienst. Met Thorwald bekijken we ook of hij op andere gebieden misschien nog ondersteuning kan gebruiken.”